Omarm je ambities

Ton
Hillen
Ton
Hillen

“Zolang ik maar tienen om me heen heb.”

“Als ik een acht ben, is het prima, zolang ik maar tienen om me heen heb. Van mensen met andere competenties kun je veel leren. Ik maak elke dag fouten, maar probeer ze geen tweede keer te maken. Ik kan goed tegen mijn verlies, maar denk na over hoe ik de volgende keer wel kan winnen.”

Dat is een mooie uitspraak, maar volgens mij wil jij wel een tien zijn. Klopt dat?

“Ik kan geen tien zijn, want er zijn dingen waar ik minder bedreven in ben. Het is bij mij heel simpel, ik ben een mavoklant. De lagere school deed je vroeger in zes jaar, die deed ik in zeven jaar. Ik ben een keer gezakt voor mijn mavo-examen en over de hts heb ik een half jaar langer gedaan. In mijn omgeving ben ik hét voorbeeld dat je met een langere route ook ergens kunt komen. Ik heb veel last gehad van dyslexie, maar compenseer dit met een steengoede secretaresse. Ik doe veel op intuïtie, vanuit mijn innerlijk. Dat enorme pushen door ouders, met bijles en dat soort dingen: laat kinderen alsjeblieft ook kind zijn. Als het erin zit, komt het er altijd uit.”

Je bent een gepassioneerd rallyrijder geweest, als navigator. Je zou verwachten dat iemand met jouw carrière achter het stuur zou zitten. Of is dat een vooroordeel?

“Als navigator ben je richtingbepalend en geef je sturing aan het team. Het is een samenspel, een teamsport. Zonder navigator gaat een rijder nooit hard. Vervolgens moet het hele serviceteam, dat bestaat uit vijf tot tien mensen, alles goed doen. Er moet voldoende benzine in de auto zitten, alles moet goed vastgeschroefd zijn. Als wij een crash hebben gehad en de auto is gerepareerd, moet de hoofdmonteur het sein veilig geven. Daar moeten we op kunnen vertrouwen en dat doen we dan ook. Anders kun je de wedstrijd niet winnen.

In 2001 kreeg ik samen met twee collega’s de verantwoordelijkheid over Heijmans Vastgoed en Woningbouw en ben ik gestopt met racen. In 2009 ben ik weer begonnen omdat ik geen ontspanning had. Drie jaar later ben ik definitief gestopt. Als je duurzaamheid hoog in het vaandel hebt staan en vervolgens de straatstenen uit de weg trekt, is dat moeilijk te combineren. Daarbij, het is ook gevaarlijk. In Zagreb zijn we in april 1999 met zo’n 163 kilometer per uur op een betonnen pijlertje geklapt. Dat is niet fijn. Zo’n dammetje zeg maar, van een weg naar een erfje. Het was een heel zware crash, we hebben veel geluk gehad. Als ik nu een ordner moet pakken, glijdt die door mijn hand heen. Bij mijn duim zit ergens iets wat niet meer goed is gekomen. En als ik mijn enkel zwaar belast met tennis, dan zie ik ’m weer langzaam dik worden.

Een maand later stonden we weer op de plek waar het gebeurd was. Mijn maatje zat nog in het gips, ik was net uit het gips. Snappen. Leren van wat er fout is gegaan. Evalueren. Heb jij het niet gezegd? Heb jij het niet gehoord? Het was heel emotioneel. We hebben de oorzaak nooit kunnen achterhalen. In september gingen we weer rijden: de Hellendoorn Rally. Mijn maatje liep nog met een kruk naar de auto, zo gek waren we van die sport. Er werden echt weddenschappen afgesloten. Halen ze de eerste proef? Gaan ze de avond halen? En, komen ze in de top?

Er was geen vertrouwen meer. De wedstrijd daarna, in België, stonden we negentiende in het algemeen klassement terwijl we met onze reputatie in de top vijf moesten staan. Dat was in oktober, met vallende bladeren en veel regen. De proef zat er drie keer in: een lange afdaling met een kruising. We wisten van de concurrenten dat als je wilde jumpen, je bovenaan vol moest accelereren. Dan vlieg je eroverheen, anders moet je remmen. Eerste keer: niet gedurfd. Tweede keer: niet gedurfd. Derde keer. Er is een foto waarop je alleen maar de bodem van de auto ziet, en je ziet de gezichten van de mensen in het publiek. Zo’n hoge flow. Alles of niks. Een enorme dreun. Toen waren we over het dode punt heen. We hadden weer vertrouwen in elkaar. Het jaar daarna wonnen we de EK-10 wedstrijd Ina Croatia Rally op het parcours in Zagreb. De ultieme revanche.”

Een voor Nederland unieke prestatie die in de geschiedenisboeken is bijgeschreven. Je hebt heel veel gewonnen, en met vier verschillende rijders. Er zit dus iets in jou. Wat is dat iets?

“Ik denk dat ik de vaardigheid heb om mensen te motiveren. Coachen. Begeleiden. Teams om me heen weet te verzamelen om dingen te realiseren. Ik kan afstand nemen en op het moment dat dingen niet goed geregeld zijn, kom ik heel dichtbij. In 2008 kreeg ik Woningbouw onder mijn hoede. Toen heb ik in 2009 voor de eerste keer ‘nul restpunten’ geroepen. Alle bouwdirecteuren zeiden: onmogelijk. Kansloos. Hoezo? We zitten nu op gemiddeld 0,9 restpunten per woning. In 2009 hadden we er gemiddeld twintig!

Als je elke keer een prototype moet maken, zitten daar meer restpunten in. We zijn dus begonnen met standaardiseren. Bij grondgebonden woningen kan dat makkelijker dan bij binnenstedelijke ontwikkeling. Maar ook dan kan je attitude nul restpunten zijn, dan lever je maar drie weken later op. Herhalen. Continu meten, terugmelden en blijven herhalen. Leren van wat er mis is gegaan.

Ik kom redelijk vaak op bouwwerken, ik krijg er ook opmerkingen over. Mensen vinden dat ik af en toe te gedetailleerd ben, maar het gaat juist om de details. In de rallysport gaat het er niet om of je snel van A naar B kunt rijden. Het gaat erom dat je die bocht goed ingaat, het clipping point goed benadert en goed accelererend de bocht uitkomt. Het is niet één seconde, het zijn tienden van secondes. Dat is mijn denken. Het gaat om het beheersen van je risico en je proces. Als je een wedstrijd niet goed voorbereidt, zul je die wedstrijd nooit winnen. Dus moet je trainen, je moet er tijd in investeren, je moet je voorbereiden. Met bouwen is het niet anders.

Ik geloof in de kracht van teamwork. Ik heb net zoveel respect voor de monteur als voor de teammanager en de rijder. Dat is hetzelfde als voor de mensen die om zeven uur ’s ochtends staan te timmeren. Zonder hen heb ik geen huis. Vorig jaar ben ik bijvoorbeeld bij alle trainingsdagen voor bouwplaatspersoneel de eerste twee uur met ze in debat gegaan. Wat speelt er nou? Wat voelen jullie op de werkvloer? Een organisatie ziet of het echt is wat je doet, of niet. Dat is wat ik terughoor, ik ben gewoon mijzelf.”

Je bent erg betrokken bij innovaties. Wat is jouw invloed?

“Wat ik zie in de hele woningmarkt is dat we naar industriële processen gaan. Dat zien we ook in de auto-industrie: dezelfde bodemplaten bij verschillende merken maar wel met een andere verschijningsvorm. Waarom kan dat niet in een huis? De kosten moeten naar beneden. Het is aan ons om, als we die visie hebben, dat ook waar te maken.

Jonge mensen in onze organisatie hebben de Heijmans ONE bedacht, een verplaatsbare woning voor jonge eenpersoonshuishoudens. In het begin was dat meer een ideaal dan dat daar een businessplan achter zat. We hebben ze de ruimte gegeven en inmiddels zijn er twee gebouwd. We geloofden erin, dus zijn we het gewoon gaan doen. Dat is een stuk feeling, het lef om te proberen. In innovatie mag je best falen. Net als in de sport, daar wordt ook veel geïnnoveerd en gaat ook wel eens iets mis. Zolang je maar blijft evalueren, leren en verbeteren. Dit project valt in de categorie durfprojecten. We gaan er nu dertig bouwen. Dat besluit kan ik voor ze nemen.

Aan de ene kant geef ik vertrouwen, aan de andere kant de ruimte om fouten te maken en daarmee zelfbewuster te worden. Ik vraag misschien wel veel van mijn mensen, die strengheid zit er ook in als ik vind dat iets niet goed bedacht is of niet goed doordacht. Dat krijg ik ook terug, dan worden mensen nerveus. Als mensen mij iets vertellen, moeten ze erachter staan. Als ik hun verhaal binnen drie vragen omver kan kieperen, vind ik dat niet goed. Zonde van de tijd.

Het raakt me dat we in een sector zitten waarin het gewoon nog heel lastig is. Als we alles blijven doen zoals we het vroeger deden, komen we nooit verder. Ik wil slimmer zijn dan de concurrent. Dat komt uit mijn sport. Nooit genoegen nemen, altijd weer blijven nadenken over hoe het beter kan. De kansen in de markt zien. Ik werk al meer dan twintig jaar bij Heijmans. Het voelt als mijn bedrijf.”

“Ik ben zo geel als een kanarie.”

 

CV TON HILLEN
1961 Geboren in Bussum
1986 Start rally rijden
1987 HTS Utrecht Weg- en Waterbouw
1991 Winnaar Open Nederlands Rally Kampioenschap, met Chiel Bos (Lancia Delta HF Integrale)
1992 In dienst bij Heijmans als aankomend projectontwikkelaar
1994, 1995, 1996 Winnaar Open Internationaal Rally Kampioenschap, met Bert de Jong (Ford Escort Cosworth)
1999 Zware crash Ina Croatia Rally in Zagreb
2000 Winst EK rally Zagreb, met Bert de Jong (Subaru)
2001 Treedt toe tot divisiedirectie Heijmans Vastgoed
2001 Stopt met rally rijden
2005 Lid dagelijks bestuur Stichting Waarborgfonds Koopwoningen
2006 Voorzitter divisiedirectie Heijmans Vastgoed
2008 Concerndirecteur Heijmans met portefeuille Vastgoed en Woningbouw
2008 Bestuurslid NEPROM
2009 Comeback rally rijden
2011 Lid Raad van Toezicht Stichting Waarborgfonds Koopwoningen
2011 Stopt definitief met rally rijden
2012 Lid Raad van Bestuur Heijmans NV
2014 Introductie Heijmans ONE

© Ineke Walravens

“De vrijheid als je ontdekt hebt wat je wilt doen.”

“Ze had gepland honderd te worden.”

“Je móét jezelf blijven.”

“Je kunt ook met andere ogen naar de dingen kijken.”

“Ik geloof in de toekomst van de maakindustrie.”

“Ik ben blij dat ik heb leren lezen en schrijven.”

“Ik heb de mooiste baan van KPN.”

“Mijn werk is mijn leven en mijn leven is mijn werk.”

“Salaam, onze begroeting, betekent vrede.”

Plezierige winst is de titel van mijn nieuwste boek. Net uit!

Voor iedere manager, directeur en verandermanager die aan de vooravond van een veranderopgave staat en voor iedereen die halverwege is gestrand.

Dit boek móet je lezen!